Onze rituelen
Bij Mermoriamonumenten bieden wij u verschillende grafrituelen die uitgevoerd kunnen worden op begrafenissen. Al deze rituelen zijn gebaseerd op de oude Romeinse grafrituelen, voor een echte klassieke begrafenis. Er zijn verschillende rituelen beschikbaar, voor zowel begrafenissen als crematies.
Tot halverwege de 3e eeuw was het gebruikelijk om overledenen te cremeren. Later werd begraven (inhumatie) steeds populairder.
Na de dood werden de ogen van de overledene door zijn nabestaanden gesloten. Terwijl ze dat deden riepen ze de naam van de overledene.
Voordat het lichaam gecremeerd werd werd de overledene gewassen en ceremonieel gezalfd, soms met heilige olie. Daarna werd het lichaam voor een bepaalde tijd geopenbaard. De tijd dat het lichaam geopenbaard werd hing af van de sociale status van de overledene. De lichamen van keizers en andere belangrijke mensen vaak meer dan een week getoond, zodat er door zo veel mogelijk mensen om zijn dood gerouwd kon worden. Arme mensen werden daarentegen na een dag al gecremeerd.
Een belangrijk ritueel van de Romeinen was het meegeven van een munt en een lampje. Om naar de onderwereld te komen moest de dode eerst een lange reis door het donker afleggen. Daarvoor gaven ze de overledene dus een lampje. Vervolgens moest hij met een veerboot de Styx oversteken. Om dat te kunnen doen moest hij de veerman, Charon, geld geven. Als de overledene geen geld bij zich had, nam Charon hem niet mee. De muntjes werden meestal in de mond gelegd, maar soms ook op de ogen.
Vervolgens werd het gezalfde lichaam naar een brandplaats gebracht. Er bestonden centrale brandplaatsen die meerdere malen werden gebruikt en brandplaatsen voor eenmalig gebruik. Op de brandstapel werden door nabestaanden voedsel, drank en bezittingen geplaatst. Ook werden er grafgeschenken en spullen voor de reis naar het dodenrijk meegegeven. (Hier kunt u meer over lezen onder het kopje ‘grafgeschenken’.) Soms vonden er ook maaltijden plaats bij de brandstapels.
De as werd ergens in de urn of het omhulsel bewaard en kon ook begraven worden. Vaak gebeurde dit op de plek waar de crematie plaats had gevonden. De crematieresten (en soms ook de brandstapelresten) werden in een kuil gelegd. De kuil werd opgevuld met schone grond op met resten van de brandstapel. Bij het begraven werd vaak muziek gespeeld.
De graven werden vaak aangegeven door middel van een grafheuvel en kringgreppel. Waarschijnlijk werden ook houten graftekens gebruikt, maar die zijn later nooit teruggevonden.
In de Romeinse tijd werden de meeste mensen eenvoudig begraven, maar sommigen hadden een enorm graf. Rijke mensen hadden soms een gebeeldhouwd grafmonument. Sommige Romeinen geloofden dat je na de dood altijd in je graf zou blijven (en dus niet naar de onderwereld gaan). Daarom vonden ze dat graven ‘gemakkelijk’ moesten zijn om in te ‘wonen’. Deze graven leken daarom vaak op een soort kamer of zelfs een huis.
Maak jouw eigen website met JouwWeb